Toen we in 2012 van een achterstandswijk in Utrecht naar het burgerlijke Ede verhuisden, dachten we dat dit dorp op de Biblebelt wel een oase van rust zou zijn. Niets bleek minder waar. Al bij de eerste jaarwisseling knalde deze illusie uit elkaar.
Nog maar enkele weken nadat we de hele straat goedgemutst voor een kennismakingsborrel hadden uitgenodigd, stond ons huis bijna in de hens. Het gevaar kwam uit onvermoede hoek. Uit een woning met een ChristenUnie-verkiezingsposter voor het raam en bewoners die op de Dag des Heren altijd trouw ter kerke gingen, kwam op de laatste dag van het jaar een groepje opgeschoten en aangeschoten jongens tevoorschijn. Ze hadden een flinke lading vuurpijlen en klappers ingeslagen en installeerden zich daarmee – Joost mag weten waarom – onder de overkapping van onze bijkeuken.
Verbaasd over deze vrijpostige actie sommeerde ik het gezelschap vriendelijk om hun vuurwerk elders af te steken, en in ieder geval enkele meters afstand van mijn woning te bewaren.
Ze negeerden me volledig en gingen onverstoorbaar door. Na wat vuurwerk te hebben afgestoken, besloten de baldadige vrienden een ‘vreugdevuur’ aan te leggen. Daarvoor werd een jerrycan benzine over de straat uitgegoten, en alles wat enigszins brandbaar was – waaronder óns haardhout en een kliko – werd erbij gesleept. Vuurwerk dat in het open vuur belandde schoot alle kanten op. Er stond wind die avond en ik maakt me wat zorgen over onze uit hout en kunststof opgetrokken bijkeuken.
Omdat de combinatie jongeren, alcohol, vuurwerk en benzine een onvoorspelbare situatie opleverde, besloot ik er wat steviger in te gaan. Dat werkte averechts. Ze werden agressief en begonnen me te bedreigen, waarna ik de politie belde. De agenten arriveerden vrij snel en hebben de situatie gesust, maar ik heb die nacht geen oog meer dichtgedaan. We woonden nog maar vier maanden in Ede en ons gevoel van veiligheid was al aangetast.
De volgende dag sprak ik een van de aanstichters aan. Zijn boodschap: “Je bent nieuw in Ede, je hebt je maar aan te passen. Wij maken al jaren vuur op Oudejaarsavond, dat is een traditie, en dat blijven we dus ook doen.” Dat deze ‘traditie’ voor mij en mijn gezin een onveilige situatie opleverde boeide hem niet, evenmin als de schade aan mijn eigendommen.
In gesprek met de handhavers
Het incident was voor mij aanleiding om ook eens met de wijkagenten van Veldhuizen te gaan praten. Ik vroeg hen: “Is dit normaal in Ede? In Utrecht werden open vuren nooit gedoogd, zeker niet op Oudejaarsavond als er ook vuurwerk en alcohol in het spel zijn.” Een van de wijkagenten was nieuw in Veldhuizen en had voorheen in Arnhem gewerkt. Hij vertelde me dat zijn eerste Oudejaarsavond in Ede hem niet in z’n koude kleren was gaan zitten. “Ik wist niet dat er in woonwijken open vuren werden aangelegd. Blijkbaar is dat een traditie, maar volstrekt onverantwoord. In Arnhem heb ik dat nog niet meegemaakt.” De andere wijkagent beaamde zijn verhaal. “Dit kan eigenlijk niet.”
Dat het flink mis kan gaan met vuurwerk in woonwijken bleek in mei 2000 in Enschede
Maar gehandhaafd werd er niet, en dat verbaasde me. Toen enkele maanden later, in oktober 2013, Veldhuizen bijna aan een potentiële mosterdgasramp ontsnapte, besloot ik burgemeester Van der Knaap maar eens een briefje te sturen. Ik schreef hem:
Laatst was ik met een groep vrienden op de barbecueplaats bij de Ginkelse hei. Daar is een afgeschermde kuil waar je veilig een kampvuur kunt maken. De organisator vertelde me dat hij daar wel een vergunning voor had moeten aanvragen bij de gemeente Ede. Dat vinden we logisch en verantwoordelijk.
Toch kan op Oudejaarsavond iedereen zonder vergunning, zelfs in woonwijken, een open vuur maken, wat door de politie – die het zelf eigenlijk onverantwoord vindt – wordt gedoogd. De openbare verordening van de gemeente Ede is heel duidelijk: er mag in woonwijken geen open vuur worden gemaakt en ook mag de grond niet worden verontreinigd, wat natuurlijk wel gebeurt als je een jerrycan benzine op de straat kiepert.
Als betrokken burger van Ede, die hier veilig wil kunnen wonen, verwacht ik van u als burgemeester, die verantwoordelijkheid draagt voor de openbare orde en de wetshandhaving, dat het verbod op het maken van open vuren in de gemeente Ede, óók en met name op Oudejaarsavond wordt gehandhaafd. Ik verwacht ook dat deze maatregel duidelijk vooraf aan de bevolking wordt gecommuniceerd, zodat incidenten zoals die zich hebben voorgedaan zoveel mogelijk worden voorkomen.
Aangezien de gemeente juridisch een ‘beginselplicht tot handhaving’ heeft, kan de gemeente verantwoordelijk worden gehouden voor de gevolgen als handhaving uitblijft. Alle reden om daarin preventief en daadkrachtig op te treden.
De veiligheidscoördinator van Ede reageert
Enkele weken na mijn brief werd ik gebeld door Erik Teske, de veiligheidscoördinator van de gemeente Ede. Hij bedankte me voor mijn brief en vertelde dat hij elke jaarwisseling samen met de burgemeester en politie door de wijken van Ede rijdt om middenin de vuurlinie de vinger aan de pols te houden. Zo kwam Van der Knaap ook aan de veelbesproken steen die inmiddels symbool is geworden de Edese beroeringen.
De handhavers zitten er dus ‘bovenop’, maar wordt er ook echt gehandhaafd? Volgens Teske komt het hier op neer:
1 – “Open vuren zijn niet toegestaan, maar lastig te beheersen omdat de groepen die het doen zich niets van regulering aantrekken.” Samengevat: het mag weliswaar niet, maar we gedogen het toch omdat we bang zijn voor een volksopstand als we wel handhaven. Dus als maar genoeg mensen tegelijkertijd de wet overtreden, kom je ermee weg.
2 – “De problemen zijn in de buitengebieden nog veel groter.” Ik heb dit even gefactcheckt en het blijkt inderdaad dat de vuurweroverlast nog groter is in Lunteren, Wekerom en Ederveen. Je zou zelfs kunnen stellen: hoe dieper je in de Biblebelt komt, hoe groter de overlast. Dat blijkt uit een rapport van de politie getiteld ‘Politie en Bestuur in de Biblebelt’. Een kerkelijk en sociaal keurslijf door het jaar heen leidt bij refojongeren blijkbaar tot een bovengemiddelde behoefte om rond de jaarwisseling uit de band te springen, terwijl hun vrome ouders intussen in ontkenning wegkijken.
3 – “Er wordt pragmatisch en efficiënt omgegaan met de beperkte capaciteit van politie en brandweer, met als doel beheersing, niet handhaving.” Hoewel ik daar best begrip voor heb, blijf ik het toch zot vinden dat het feestje van de een tot leed en angst bij de ander zou mogen leiden. Of zoals iemand het laatst op Twitter zei: “De angst van politici om het volk iets af te pakken wint het al jaren van het gezonde verstand.”
4 – “Als je schade hebt kun je aangifte doen.” Leuk om te weten, maar die aangiften worden vaak niet aangenomen of behandeld, want te weinig capaciteit/prioriteit bij de politie. Bovendien een gevalletje ‘Als het schaap verdronken is, dempt men de put’.
5 – “Notoire overtreders ontvangen voorafgaand aan de jaarwisseling een brief van de burgemeester met de mededeling: ‘We houden je in de gaten’.” Bij deze relschoppers, bekend van onder meer de autobranden in Veldhuizen, wordt dan wel gehandhaafd. Althans in theorie, want in de nacht zelf heeft de politie te weinig capaciteit.
6 – “Straten waar overlast is geweest worden het jaar erop opgenomen in de ‘aandachtsroute’ van de politie.” Er wordt dan dus extra gesurveilleerd.
Samengevat: ‘We doen ons best met de beperkte middelen die we hebben.’ Maar het echte probleem – het opslaan en afsteken van consumentenvuurwerk in woonwijken die voor iedereen veilig zouden moeten zijn – wordt niet aangepakt.
De problemen worden groter, maar politieke moed ontbreekt
Vorig jaar was het dus weer hommeles in Ede Veldhuizen en werden er zelfs aanslagen met vuurwerk gepleegd op woningen, waarop de net nieuw aangetreden burgemeester Verhulst een noodbevel afkondigde. De wijk Rietkampen leed toen onder carbidterreur. Dit jaar communiceerde de gemeente vooraf in de krant welke regels er gelden, maar werd er toch niet gehandhaafd op het al voor de kerst afsteken van vuurwerk. Die regels hoef je dus niet serieus te nemen.
Gemeenten kunnen nu weliswaar onder de nieuwe wetgeving vuurwerkvrije zones aanwijzen, maar die zijn niet effectief. Het kabinet laat gemeenten de ruimte om zelf te bepalen of er een algeheel vuurwerkverbod komt. Maar bestuurders durven het niet aan, ook al is zo’n verbod common sense. Het vraagt moedig leiderschap om hier verandering in te brengen.
Ik schat in dat Ede hier, ondanks haar citymarketing-ambities als groene en duurzame gemeente, niet in voorop zal lopen.